Pim Fortuyn, de autobiografie

Pim Fortuyn, de autobiografie

Op 6 mei 2002 wordt Pim Fortuyn vermoord. De dood van de veelbelovende politicus schokt niet alleen Nederland, het is wereldnieuws. Voor een buitenstaander lijkt de opkomst van Fortuyn misschien plotseling, maar wie de ambitieuze wetenschapper kent, weet dat hij al van kinds af aan toewerkt naar het premierschap. Hij is voorbestemd om grootse dingen te doen. In 'Pim Fortuyn, de autobiografie' beschrijft Fortuyn in zijn eigen woorden hoe hij opgroeit in een gezin dat worstelt met het geloof, terwijl hij zelf worstelt met zijn ontluikende homoseksualiteit.

Op 6 mei 2002 wordt Pim Fortuyn vermoord. De dood van de veelbelovende politicus schokt niet alleen Nederland, het is wereldnieuws. Voor een buitenstaander lijkt de opkomst van Fortuyn misschien plotseling, maar wie de ambitieuze wetenschapper kent, weet dat hij al van kinds af aan toewerkt naar het premierschap. Hij is voorbestemd om grootse dingen te doen. In 'Pim Fortuyn, de autobiografie' beschrijft Fortuyn in zijn eigen woorden hoe hij opgroeit in een gezin dat worstelt met het geloof, terwijl hij zelf worstelt met zijn ontluikende homoseksualiteit.

Op de universiteit groeit Fortuyn uit tot publiek figuur, waarna een leven in de spotlights zijn deel is. Het is een openhartig levensverhaal van een outsider die dankzij een enorme geldingsdrang zijn plek als leider in het publieke domein verovert. En daarvoor uiteindelijk de ultieme prijs betaalt. Dit boek is eerder verschenen onder de titels ‘Babyboomers, autobiografie van een generatie’ en ‘Autobiografie van een babyboomer’. Deze hernieuwde uitgave bevat een voorwoord van Fortuyn-kenner Leonard Ornstein.